spleet

De IJle lucht in

Helaas is het niet mogelijk om de Everest in één keer te beklimmen. Het lichaam heeft tijd nodig om te wennen aan de extreme hoogte. Een niet geacclimatiseerd mens die vanuit het niets op de top van de Mount Everest staat, overlijdt binnen een kwartier aan zuurstoftekort. Op de top van de Everest is nog maar 1/3 van de zuurstof beschikbaar vergeleken met zeeniveau. In het basiskamp ongeveer de helft. De enige manier om de berg te beklimmen, is door de berg in etappes te beklimmen. Naar kamp 1 en weer terug, naar kamp 2 en weer terug, tot en m

Lichaam & hoogte

Het lichaam gaat als reactie op de hoogte meer rode bloedlichaampjes aanmaken, die zuurstof vervoeren. Ook ga je sneller en dieper ademhalen. Door de aanmaak van rode bloedlichaampjes word je bloed na verloop van tijd dikker, mede omdat het lichaam ook vocht gaat vasthouden. Dik bloed komt moeilijker in de fijne bloedvaten van de handen en tenen. Dit geeft een groot risico op bevriezingen. Hier kun je maar één ding tegen doen; zoveel mogelijk drinken. Boven de 3000 meter is de vuistregel 1 liter extra drinken per 1000 meter hoogte. In kamp 4 is het dus bijna onmogelijk om niet in meer of mindere mate uitgedroogd te raken. Zeker als je weet dat het smelten van een pannetje sneeuw al snel 45 minuten kost. Hoger acclimatiseren dan kamp 3 heeft geen zin, het maakt je lichamelijk alleen maar zwakker.

96% van de Everestbeklimmers beklimt de berg met hulp van extra zuurstof. Ik ook. Sommige klimmers beschouwen het klimmen met zuurstof als dopinggebruik; de berg wordt kunstmatig verlaagd. Vaak wordt op een hoogte van 7500 meter gestart met zuurstofgebruik. Zuurstof houd je lichaam warmer, verkleint het risico op bevriezingen en stelt je in staat om in een hoger tempo te klimmen. Nadeel is weer dat de spullen 4kg extra wegen en dat je afhankelijk bent van de zuurstof. Als tijdens de klim de zuurstof onverwacht opraakt, kan dit fatale gevolgen hebben.