De eerste vraag die iedereen stelt is waarom? In 2000 raakte ik gefascineerd door de Mount Everest. In de Panorama stond een recensie wcmover een boek over de Everest. Gefascineerd door het verhaal ben ik naar de bibliotheek gegaan en heb daar alle boeken over bergsport verslonden. Die zomer schreef ik mij in voor een beginnerscursus bergsport in Oostenrijk. Sinds dat jaar ben ik ieder jaar de Alpen in geweest om te klimmen en ben ik twee keer in Nepal voor geweest voor een expeditie (met als hoogtepunt mij Cho Oyu expeditie). Altijd is de Everest in mijn gedachten geweest. Iedere klimervaring bracht mij een stapje dichter bij dit doel.

Ondanks dat is op de ‘waarom vraag’ geen goed rationeel antwoord te geven. Een Everest beklimming doe je puur en alleen om emotionele redenen. Ik doe het omdat ik het leuk vind. Niet ieder moment is leuk, maar onder de streep moet het een fantastische ervaring worden. Een expeditie is een snelkookpan van alle gevoelens die in het normale leven ook voorbij komen. Alleen tijdens een expeditie komen ze allemaal voor in een heel korte tijd en in een heel geconcentreerde vorm.

Tijdens mijn Cho Oyu expeditie kwam alles langs; hoop, verwachting, verveling, teleurstelling, vriendschap, boosheid, verdriet en blijdschap. Dat maakt het beklimmen van zo’n berg tot een intense belevenis. Daarbij komt natuurlijk nog de fysieke uitdaging en de onverstelbare ruige natuur. Voor mij is dat het antwoord op de waarom vraag!