Het is eindelijk zover. We gaan beginnen aan de toppoging. De tocht naar camp 1 is nu een makkie. Camp 2 ben ik nog niet geweest. De tocht naar camp 2 (7100 mtr) is loodzwaar. De eerste icekliff is simpel. In een kwartiertje sta ik boven de cliff. Dan volgt een plateau met aan het einde de tweede icecliff. De tweede icecliff is een steile ijsmuur van 150 meter blank ijs. Op deze hoogte is dat echt hard werken. De Nepalese zekeringstechnieken zijn niet zoals in de alpen. Vier man tegelijk (!) hijsen zich met hun stijgklem op aan een matige Russische ijsschroef. Ik zie de schroef gevaarlijk op en neer buigen. Aan het einde van de cliff ben ik volledig buiten adem en lig op als een vis op het droge naar adem te happen. Dan volgt nog een sneeuwhelling voordat ik camp 2 bereik.

De bedoeling is om de volgende dag naar C3 te klimmen en dan om 2.00 richting de top. Helaas slaat het weer vlak voor C2 al om. Er steekt een harde wind op. De eerste twee dagen blijven we rustig wachten tot de wind gaat liggen. Dat gebeurt alleen niet of maar kort. Na de tweede dag keren de twee Zweedse mannen terug naar ABC en verlaten met hun vrouwen de expeditie. Het goede weer blijft na de derde dag nog steeds weg. De wind neemt toe met orkaankracht. Ik besef mij dat de eerste windstille periode gebruikt moet worden om terug te keren naar het ABC.

De zone boven de 7000 mtr wordt ook wel de zone des doods genoemd. Mischien wat overdreven, maar feit is dat je alleen maar inteert op je reserves. Ook al heb je voldoende eten, drinken en beschutting, vroeg of laat leg je hier het loodje. Aan mijn kleren ruik ik dat mijn lichaam spieren aan het verbranden zijn. Al de reguliere brandstoffen en vetten zijn al verbrand. In het ABC zijn de nachten koud, hier is het echt extreem -25 of -30 schat ik. De windchill factor maakt het nog veel kouder. Elke nacht ontstaat er een dikke laag rijp aan de binnenkant van de tent. Iedere beweging zorgt voor een sneeuwbui in je gezicht. Mijn slaapzak wordt hierdoor steeds natter en minder warm. De hoogte maakt je totaal apatisch en lusteloos.

De vierde dag besluiten de rest van de expeditieleden en de Indiaanse expeditie C2 te verlaten. De wind is dan nog steeds op volle kracht. Ik weiger te vertrekken. Het risico op bevriezingen is veel te groot. Later blijkt dit een juiste beslissing. Vier mensen lopen bevriezingen op, waaronder Belg Rene.

Helaas is het eten in C2 op. Ook het gas is bijna op. De rest van de dag neemt de storm nog meer toe. Ik heb al mijn volledige uitrusting aan, als de tent wegwaait bevries ik niet en kan ik nog naar een andere tent vluchten. Alleen door uren achtereen de tent de steunen blijft hij staan. Vijf tenten overleven de storm niet. Uitendelijk gaat de storm de volgende dag liggen en kan ik afdalen naar ABC. In de icecliff moet je een keer of tien abseilen. Er is een truc om nooit je abseilacht te verliezen. Ik vergeet het een keer en prompt verdwijnt mijn acht met een zingend geluid in de diepte. Abseilen kan je ook met een HMS knoop, maar dat kost meer touw. Het lukt mij maar net om elke keer de knoop in de vaste touwen te leggen.

Na vijf nachten in C2 ben ik kapot. De vierde dag weet ik zeker dat klaar met de Cho Oyu. Ik wil zo snel mogelijk terug naar huis. Klote berg, klote sport. Later in C2 bedenk ik mij dat ik ondanks alles nog poging wil doen om de top te bereiken. Ik heb er nu teveel tijd en energie in gestoken.

Echter, de expeditie lijkt dan over. De 17e mei wordt het ABC afgebroken en komen de Yaks de spullen halen. Ik heb geen eten meer en de sherpa’s willen naar huis. Zeven man willen nog een tweede poging doen. Uiteindelijk weten we de sherpaxb4s over te halen. De yaks komen pas de 20e en eten kan ik van Goran en Lars krijgen. Dat betekent wel dat ik na een rustdag weer omhoog moet. Eigenlijk gekkenwerk na die vijf nachten op 7100 mtr, maar ik voel mij nog goed. De tweede poging komt helaas voor de Belgen te laat. Lars besluit ook om de expeditie te verlaten. Blijft over, Gorgan, Anneli, Ralf, Johanna, Oscar, de twee Roemenen. en ikzelf. Waldo zit al bijna een week in C2. Niemand weet wat hij van plan is. Het uitzwaaien van Lars en de Belgen is vreemd. Na zes weken samenzijn zwaai ik vrienden uit. Nu alles op alles op de laatste toppoging!