Henk Kraaijenhof, sportcoach die met tal van (olympische) topsporters heeft gewerkt, begeleidt mij tijdens Everest 2013. De eerstvolgende stap daarin was het afnemen van een aantal testen. De conditietest was beter dan ik had durven dromen. Om Henk zijn woorden te gebruiken, “je hebt een grote tank die bovendien volzit met benzine”. De V02 max van 72 is echt prima. Lance Amstrong scoorde 82 (met Epo).

Op basis van de testen heeft Henk een trainings- en voedingsschema voor mij gemaakt. Aan al die adviezen ligt wetenschappelijk onderzoek ten grondslag. Klimmers doen bij gebrek aan parate wetenschappelijke informatie vaak wat voorgangers ook deden. Dat is uiteraard beter dan zelf het wiel opnieuw uitvinden, maar het risico bestaat ook dat je de fouten automatisch kopieert.

Conclusie van de testen, de fysieke training mag drastisch terug in tijd. Van tien uur naar vier uur trainen per week. Trainen wat nodig is, niet wat mogelijk, is het advies van Henk. In die vier uur ga ik ‘functioneler’ trainen. De beste training voor klimmen is klimmen zelf. Maar bij gebrek aan bergen dan maar iets wat er dicht bij in de buurt komt. Interval training in het trappenhuis van de 22 verdiepingen hoge Europoint toren waar ik werk. De Van Brienenoordbrug op en af lopen. Ook de Maastunnel trappen staan weer in het trainingsschema. Ook betekent het meer trainen met bepakking.

Maar de adviezen gaan verder dan alleen training. Op voedingsgebied is ook veel winst te halen. Zo groeit er in de duinen een geel besje waarvan is aangetoond dat het de acclimatisatie bevordert. Ook moet ik een soort antivries middel door mijn water mengen, dat het grote vochtverlies op hoogte vermindert.

Het medicijn Diamox staat ook weer op het menu, het moet de acclimatisatie versnellen. Om Lance nog even een hart onder de riem te steken, Diamox staat ook op de dopinglijst. Maar ik heb het in ieder geval van te voren gezegd én iedereen om mij heen doet het ook!